Verklarende woordenlijst

A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  Q  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z

A

  • Alarm

    Status of toestand van het watersysteem waarbij een of meerdere alarmdrempels bereikt worden. Voor overstromingen of getij wordt een alarm gedefinieerd als een toestand waarbij de hoogste waakzaamheid is geboden en kritieke overstromingen kunnen voorkomen. Meet- of voorspellingspunten die de alarmstatus hebben, worden rood gekleurd.

C

  • Chlorofyl

    Chlorofyl of bladgroen wordt als ecologische parameter gemeten in de waterloop en geeft een indicatie van het aantal plantaardige micro-organismen die in het oppervlaktewater aanwezig zijn. 

  • Conductiviteit

    De conductiviteit of geleidbaarheid van het water is een maat voor de aanwezige hoeveelheid opgeloste zouten en geeft daardoor ook een beeld van de mate van vervuiling.

D

  • Debietmeter

    Een debietmeter is een meettoestel dat aan de hand van uitgestuurde geluidsgolven in het water in staat is om de stroomsnelheid van het water op te meten, uitgedrukt in m/s. Samen met een opgemeten natte oppervlakte of dwarsprofiel van de waterloop (m²) resulteert dit in een debiet, uitgedrukt in m³/s. Er zijn verschillende manieren om de stroomsnelheid van het water op te meten. Enerzijds zijn er de zogenaamde looptijdmeters die het tijdverschil opmeten tussen 2 vanuit overstaande oevers uitgestuurde en ontvangen geluidsgolven. Dit verschil in looptijd is een maat voor de stroomsnelheid van het water. Anderzijds zijn er de Doppler stroomsnelheidsmeters, die aan de hand van de frequentieverschuiving tussen een uitgestuurde hoogfrequente geluidsgolf en de door partikels (die met de snelheid van het water bewegen) teruggekaatste geluidsgolf de stroomsnelheid opmeten.

  • De Vlaamse Waterweg

    In 2017 stroomden twee Vlaamse waterwegbeheerders, Waterwegen en Zeekanaal NV en nv De Scheepvaart, allebei partners van waterinfo.be, naar elkaar toe. Samen werden zij De Vlaamse Waterweg nv.

  • Doodtij

    Fase in de astronomische tijvoorspellingen die ongeveer elke 2 weken voorkomt. Bij doodtij zijn er hoge laagwaters en lage hoogwaters. Het verschil tussen laag-en hoogwater is minimaal.

G

  • Gebiedsneerslag

    De gebiedsneerslag is een neerslagreeks die gegenereerd wordt voor een bepaald (meet)punt in een waterloop en benadert zo nauwkeurig mogelijk de totale neerslag die gevallen is in het gebied dat afwatert naar dat punt in de waterloop. De gebiedsneerslag wordt berekend op basis van radarbeelden en pluviometers.

  • GOG gebied

    Gecontroleerd overstromingsgebied. Gebied langs de waterwegen in het tijgebied van de Schelde waarin bij (heel) hoge tijen water tijdelijk geborgen wordt om de hoogwatergolf af te toppen.

  • GGG gebied

    Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij. Gebied langs de waterwegen in het tijgebied van de Schelde dat bij elk hoogwater overstroomt.

H

  • Herhalingsperiode

    Een herhalingsperiode geeft de kans aan waarmee een bepaalde gebeurtenis kan plaatsvinden. Dit wordt meestal uitgedrukt in jaren. Een gebeurtenis met herhalingsperiode van 10 jaar komt gemiddeld eens om de 10 jaar voor. De kans dat een gebeurtenis met herhalingsperiode van 5 jaar voorkomt is 2 keer groter dan de kans op een gebeurtenis met een herhalingsperiode van 10 jaar.

  • HIC

    Het Hydrologisch informatiecentrum behoort tot het Waterbouwkundig Laboratorium en valt onder het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse Overheid. Het HIC beschikt onder andere over meetinfrastructuur en voorspellingssystemen voor de bevaarbare waterlopen in Vlaanderen.

  • Hydraulisch model

    Een hydraulisch model bevat alle topografische data van een waterloop en zijn vallei evenals van de kunstwerken op de waterloop zoals overwelvingen, bruggen, wachtbekkens, stuwen, etc. Dit model wordt gevoed met debietreeksen uit hydrologische modellen. Het hydraulisch model berekent de voortschrijding van het debiet in de waterloop en in de vallei, alsook de bijhorende waterstanden en stroomsnelheden. Het hydraulisch model kan hiermee overstromingskaarten genereren.

  • Hydrografisch bekken

    Vlaanderen telt 11 hydrografische bekkens of stroomgebieden. Van west naar oost zijn dat de bekkens van de IJzer, de Brugse Polders, de Leie, de Gentse Kanalen, de Boven-Schelde, de Dender, de Beneden-Schelde, de Dijle en Zenne, de Nete, de Demer en de Maas.

  • Hydrologisch model

    Een hydrologisch model of een neerslagafvoermodel is een model dat de relatie beschrijft tussen neerslag en evapotranspiratie in een stroomgebied enerzijds en de afstroming naar de waterloop anderzijds. Het hydrologisch model wordt getoetst aan een gemeten debietreeks en wordt nadien gebruikt om neerslagreeksen om te rekenen naar debietreeksen.

I

  • Informatieplicht

    De verplichting voor verkopers en verhuurders van vastgoed om hun mogelijke huurders of kopers te informeren als het pand of de grond in een afgebakend overstromingsgebied, een afgebakende oeverzone of overstromingsgevoelig gebied ligt.

  • Infrastructuurmeter

    Verzamelnaam voor meetposten aan artificiële installaties op waterlopen zoals klepstuwen, schuiven en pompstations.

K

  • Korte termijnvoorspelling

    Computermodellen berekenen op basis van metingen en actuele weersvoorspellingen waterpeilen en debieten in de waterlopen tot 48 uur vooruit. Deze voorspelde peilen en debieten kan je in de thema’s “overstroming” en “getij” raadplegen in de grafieken op waterinfo.be, die automatisch de klok rond worden gemaakt. Voor korte termijnvoorspellingen op de bevaarbare waterlopen wordt telkens ook een indicatie van de onzekerheid van de voorspelling gegenereerd. Op de kaart krijg je onder deze thema’s overstromingskaarten en vrijboordkaarten te zien. Op overstromingskaarten kan je aan de hand van blauwe zones zien hoe ver de overstromingen zich volgens de voorspellingen zullen uitstrekken. Vrijboordkaarten geven aan de hand van de verkleuring van de dijken van de bevaarbare waterlopen aan wat de afstand is tussen het voorspelde waterpeil en de dijk. Onder het thema “neerslag” vind je korte termijnvoorspellingen voor de neerslag tot 48 uur vooruit.

  • Kunstwerk

    Een kunstwerk op een waterloop is een bouwwerk dat door de mens werd gemaakt, zoals bijvoorbeeld een stuw, sluis, schuif of pomp.

L

  • Lange termijnvoorspelling

    Lange termijnvoorspellingen berekenen we tot 10 dagen vooruit voor een selectie van locaties op onbevaarbare waterlopen. Op deze grafieken wordt een band van voorspellingen gegeven, die een indicatie geeft van de betrouwbaarheid van de voorspelling. Hoe breder de band en dus hoe verder de voorspellingen uit elkaar liggen, hoe lager de betrouwbaarheid. Tussen april en oktober worden ook lange termijnvoorspellingen gedaan voor droogte, die onder dit thema terug te vinden zijn.

  • Limnigraaf

    Een limnigraaf is een type toestel dat de waterstand in een rivier meet en registreert. Aan de hand van stroomsnelheidsmetingen wordt ter hoogte van de limnigraaf vaak een QH-verband opgesteld, een relatie tussen waterstand en debiet. Dit QH-verband laat toe de tijdreeks van de waterstand om te rekenen naar een tijdreeks van debiet ter hoogte van de limnigraaf. Waterstanden kunnen ook gemeten worden met akoestische sondes of druksondes.

M

  • MDK

    Het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust zorgt voor veilig en vlot scheepvaartverkeer van en naar de Vlaamse havens. MDK is verantwoordelijk voor de beveiliging van de Vlaamse Kust tegen overstromingen en ijvert voor een geïntegreerd en duurzaam beheer van de kustzone. Het Oceanografisch Meteorologisch Station (OMS) maakt deel uit van MDK en maakt dagelijks verwachtingen voor het zeepeil op enkele strategische locaties. MDK is een van de partners van waterinfo.be.

N

  • Neerslagmeter

    Een neerslagmeter of pluviograaf is een toestel dat de gevallen neerslag meet. Meestal bevat de neerslagmeter een logger die de verdeling van de neerslag in de tijd registreert. De referentie-pluviografen van VMM meten met gebruik van een weegschaal in de plaats van het oudere kantelbaksysteem. Dit is een duurdere, maar meer nauwkeurige meetmethode.

  • Neerslagradardata

    Dit zijn neerslagtijdreeksen afkomstig van neerslagradars. Zij worden bekomen doordat een radarantenne een pulsvormig radiosignaal uitzendt dat voor een deel door neerslag wordt weerkaatst. Uit de richting van de antenne en uit de tijd die verloopt tussen het uitzenden van de puls en de ontvangst van de echo's kan de positie van neerslaggebieden afgeleid worden.

  • Neerslagtekort

    Het neerslagtekort is een graadmeter voor de hoeveelheid neerslag die gewassen tekort komen om optimaal te groeien. Het wordt verkregen door het verschil te berekenen tussen de berekende referentiegewasverdamping en de hoeveelheid gevallen neerslag. Dit verschil wordt dagelijks gesommeerd tussen 1 april en 30 september. Een negatief getal geeft een neerslagoverschot aan, een positief een tekort.

O

  • Onbevaarbare waterlopen

    De waterlopen in Vlaanderen zijn onderverdeeld in een aantal categorieën. Vooreerst zijn er de bevaarbare waterwegen en kanalen beheerd door entiteiten binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW). Daarnaast zijn er de onbevaarbare waterlopen die onderverdeeld worden in deze van 1°, 2° en 3° categorie. VMM – afdeling Operationeel Waterbeheer beheert de Vlaamse onbevaarbare waterlopen van eerste categorie. De 2° categorie waterlopen worden beheerd door de Provincies en de 3° categorie waterlopen worden beheerd door de gemeenten.

  • Onzekerheidsbanden

    Onzekerheidsbanden geven een indicatie van de waarschijnlijkheid van de voorspellingen. Je kan ze zien in de grafieken van de korte termijnvoorspellingen op de bevaarbare waterlopen en de grafieken van de lange termijnvoorspellingen op de onbevaarbare waterlopen. Onzekerheidsbanden worden berekend met behulp van verschillende mogelijke neerslagvoorspellingen, die meer of minder neerslag voorspellen. Hoe breder de band en dus hoe verder de voorspellingen uit elkaar liggen, hoe groter de onzekerheid.

P

  • Permanentieverantwoordelijke

    De voorspellingen op waterinfo.be worden door verschillende personen geëvalueerd, geïnterpreteerd en toegelicht in waterinfoberichten.. Voor de onbevaarbare waterlopen voert bij VMM een operator deze taak uit. De operator wordt automatisch verwittigd door de systemen van een overgang naar de waak- of alarmtoestand. Hij of zij beslist of een overstromingsvoorspelling van die aard is dat de hulpdiensten en betrokken besturen moeten gewaarschuwd worden. Voor de bevaarbare waterlopen neemt de permanentieverantwoordelijke van het HIC deze rol waar. Hij of zij verwittigt de beheerders van de bevaarbare waterlopen (de Vlaamse Waterweg) bij dreigend overstromingsgevaar.

  • Percentiel

    Een percentiel van een bepaalde parameter geeft aan hoeveel procent van de tijd een bepaalde waarde onderschreden wordt door deze parameter. Als het 25-percentiel van het waterpeil op een bepaalde locatie 8,0 mTAW bedraagt, wil dit zeggen dat het waterpeil hier een kwart van de tijd lager is dan 8,0 mTAW. Voor verschillende meetposten kan je een figuur met bijhorende tabel van de verdeling van de waarden van bepaalde parameters opvragen. Deze getallen zijn zowel beschikbaar voor elk meetjaar als voor de volledige meetperiode.

  • Pre-waak

    Status of toestand van het watersysteem waarbij een of meerdere pre-waakdrempels bereikt worden. Voor overstromingen of getij wordt pre-waak gedefinieerd als een toestand waarbij er verhoogde waakzaamheid is. Op de bevaarbare waterlopen worden bij pre-waak geen overstromingen voorspeld; op de onbevaarbare waterlopen worden bij pre-waak niet-kritieke overstromingen voorspeld. Meet- of voorspellingspunten die de pre-waakstatus hebben, worden geel gekleurd.

  • Puntneerslag

    Puntneerslag wordt geregistreerd door een pluviometer of regenmeter. Verspreid over heel Vlaanderen zijn tientallen pluviometers opgesteld, die elke 30 minuten nieuwe gegevens doorsturen.

S

  • Saliniteit

    De saliniteit of het zoutgehalte van het water is een parameter die gebruikt wordt voor het beoordelen van de waterkwaliteit.

  • Sedimentconcentratie

    De sedimentconcentratie geeft aan hoeveel vaste deeltjes (slib, zand, leem, ...) zich in het water bevinden en getransporteerd worden door de waterloop.

  • Springtij

    Fase in de astronomische tijvoorspellingen die ongeveer elke 2 weken voorkomt. Bij springtij zijn er lage laagwaters en hoge hoogwaters. Het verschil tussen laag-en hoogwater is maximaal.

  • Status

    De status van een meet- of voorspellingspunt geeft de toestand van het watersysteem aan, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen normaal, pre-waak, waak en alarm. Aan elke status wordt een kleur toegekend (groen, geel, oranje, rood). De drempels om over te gaan naar een andere status werden op voorhand gedefinieerd voor meetpunten en voorspellingspunten, op de bevaarbare en onbevaarbare waterlopen, en voor de verschillende thema’s (overstroming, getij, neerslag, droogte). In het thema overstromingen zijn de betekenissen van de termen hieronder weergegeven:

    Status Kleur Omschrijving
    Normaal Groen Geen overstromingen
    Pre-waak Geel Verhoogde waakzaamheid, geen overstromingen
    Waak Oranje Sterk verhoogde waakzaamheid: overstroming van watergevoelige infrastructuur of niet-kritieke overstromingen mogelijk
    Alarm Rood Hoogste waakzaamheid, kritieke overstromingen mogelijk
  •  

  • Stormtij (Schelde)

    Fase ingesteld door De Vlaamse Waterweg op advies van HIC, waarin de tijverwachting voor Antwerpen hoger is dan 6.60 mTAW. Als de verwachting voor Antwerpen hoger is dan 7 mTAW wordt Gevaarlijk Stormtij Kust ingesteld.

  • Stormvloed (Kust)

    Fase ingesteld door Afdeling Kust waarin de tijverwachting voor Oostende hoger is dan 5.60 mTAW. Als de verwachting voor Oostende hoger is dan 5.90 mTAW wordt Gevaarlijk Stormtij Kust ingesteld.

  • STV

    Op de grafieken van de voorspellingen wordt met de afkorting STV de starttijd van de voorspelling aangeduid. Dit is het tijdstip waarop het computermodel is beginnen rekenen met de op dat moment meest recente metingen en neerslagvoorspellingen.

T

  • Tijverwachting

    Hoog-of laagwaterpeil dat door experten verwacht wordt op een bepaalde locatie, na interpretatie van verschillende realtime rekenende modellen en andere informatiebronnen.

  • Tweede algemene waterpassing

    De tweede algemene waterpassing is een referentie voor hoogtemetingen in België en refereert naar hoogteaanduidingen boven zeeniveau. Alle hoogtewaarden in de opmetingen van de waterlopen en hun valleien en alle waterstanden worden uitgedrukt volgens dit referentiestelsel. Het gebruik van dit referentiestelsel wordt aangeduid door de notatie m TAW.

  • Turbiditeit

    De turbiditeit of troebelheid van het water wordt gebruikt als fysische parameter voor de waterkwaliteit en geeft een indicatie van de sedimentconcentratie.

V

  • VMM

    De Vlaamse Milieumaatschappij beheert de onbevaarbare waterlopen van eerste categorie en houdt die met meetinfrastructuur en voorspellingssystemen in de gaten. De VMM is een van de partners van waterinfo.be.

  • Vrijboord

    Het verschil in afstand tussen de waterstand in de waterloop en de hoogte van de dijk. Bij een vrijboord van 10 cm is er nog (slechts) 10 cm tussen de waterstand en de dijk. Bij een verdere stijging (van 10 cm) overstroomt het.

W

  • Waak

    Status of toestand van het watersysteem waarbij een of meerdere waakdrempels bereikt worden. Voor overstromingen of getij wordt waak gedefinieerd als een toestand waarbij sterk verhoogde waakzaamheid is geboden en niet-kritieke overstromingen kunnen voorkomen. Meet- of voorspellingspunten die de waakstatus hebben, worden oranje gekleurd.

  • Wachtbekken

    Een wachtbekken wordt gebruikt om bij hoge waterafvoeren extra bergingscapaciteit te hebben om wateroverlast voor andere gebieden te voorkomen. Water wordt tijdelijk in het wachtbekken opgehouden en daarna geleidelijk aan terug in de waterloop gelost. Een wachtbekken wordt ook wel bufferbekken, retentiebekken of gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) genoemd.

  • Waterbouwkundig laboratorium

    Het Waterbouwkundig Laboratorium is een afdeling van de Technisch Ondersteunende Diensten van het departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid. Het is een expertisecentrum dat wetenschappelijk onderzoek doet naar de effecten van water in beweging en is een van de partners van waterinfo.be.

  • Waterstandmeter

    Een waterstandmeter of limnigraaf is een type toestel dat het waterpeil in een rivier meet en registreert. Aan de hand van stroomsnelheidsmetingen wordt ter hoogte van de limnigraaf vaak een QH-verband opgesteld, een relatie tussen waterpeil en debiet. Dit QH-verband laat toe de tijdreeks van het waterpeil om te rekenen naar een tijdreeks van debiet ter hoogte van de limnigraaf.

  • Watertoets

    De watertoets beoordeelt of een initiatief (de bouw van een huis, aanleg van een straat) schadelijke effecten veroorzaakt aan de omgeving als gevolg van een verandering in de toestand van het oppervlaktewater, het grondwater of de waterafhankelijke natuur

  • WMS en WFS

    WMS (Web Map Services) en WFS (Web Feature Services) zijn raadpleegdiensten voor via het internet gepubliceerde kaarten. Een WFS richt zich vooral op het bevragen van de gegevens terwijl een WMS eerder bedoeld is voor het bekijken van de gegevens. Voor sommige kaarten die op waterinfo gepubliceerd zijn, zijn web services beschikbaar. Je kan deze bekijken via de kaartlagen (klik op de laageigenschappen ).

Z

  • Zuurstofverzadiging

    Ecologische parameter die in de waterlopen wordt gemeten en een belangrijke indicatie geeft over de waterkwaliteit. Bij een te lage zuurstofconcentratie kunnen gevoelige soorten vis of ongewervelden niet overleven. Te hoge zuurstofverzadiging kan wijzen op algenbloei.

 

Lees meer...